Maar is er dan niet meer?

In de geweldige roman The Truth van Terry Pratchett onderzoeken de zogenaamde auditors een schilderij. Ze zoeken de schoonheid ervan. Even later staat er een lege lijst met een doek en stapeltjes pigment, keurig gesorteerd op kleur. Waar is de schoonheid nu? Er zijn stapels verschillende atomen in allerlei verhoudingen maar nergens is een atoom schoonheid. Wat nu? De auditors staan voor een raadsel.

De scène is grappig en toch ook weer diep, zoals veel bij Pratchett. Wij snappen het natuurlijk wel. Schoonheid is iets hogers, zit niet in de losse atomen. Wel in hun configuratie. Toch is het verschrikkelijk moeilijk om  te zeggen wat schoonheid nou precies is. We ervaren het. We weten wat we ermee bedoelen.

Heb je een schilderij nodig voor schoonheid? Is een boom ook goed? Vrijwel iedereen zal zeggen van wel. En een rijtjeshuis? Een woestijn? Een mobiele telefoon? Kun je schoonheid zien in alles? Heeft het woord dan nog wel betekenis? Of zit schoonheid meer in onze ervaring dan in de dingen die we waarnemen en zouden we het dan niet over waardering moeten hebben?

Vanuit een rationeel perspectief is het verstandig om te bedenken dat het woord een etiket is, niet de zaak eronder. Schoonheid is een menselijk begrip. Een ander begrip dat ook menselijk is en eigenlijk onbegrijpelijker is: verveling. 

Alleen mensen kennen verveling. Uitgerekend de soort die in staat is om te beseffen in wat voor universum te leven is in staat om dat alles aan te zien en dan te zeggen... meuh, is er niks op TV? Verveling lijkt overigens een ingebouwde functie te zijn van het brein. Vooral in kinderen is het zeker functioneel. Opvallend is het wel. Ons vervelen.. Alsof er niks is om mee te maken.

Er lijken mensen te zijn die echt denken dat we te weinig te doen hebben. Dit zijn de heel bijzondere exemplaren die de vraag stellen "Maar is er dan niet meer?" Als ze een beetje belezen zijn komen ze aanzetten met Shakespeare en dat regeltje "there is more between heaven and earth than is dreamt of in your philosophy."

Philosophy zoals Shakespeare het bedoelde zouden wij wetenschap noemen. Eén van de meest zuigende en irrtiante neigingen van wetenschappers is dat ze willen dat dingen kloppen. Even Shakespeare juist citeren maar dan: "There are more things in heaven and earth, Hortatio/ Than are dreamt of in your philosophy. " Het accent hoort te liggen op 'dreamt of'. Hamlet wijst er terecht op hoe weinig zelfs geleerde mensen kunnen uitleggen. Het is misschien interessant om te weten dat Hamlet en Horatio samen gestudeerd hebben in Wittenberg en vast veel over wetenschap hebben gediscussieerd.

Hamlet wil dus wel voorlopig aannemen dat geesten echt bestaan maar goed, hij zag er dan ook direct een voor zich. Samen met z'n maat Horatio. Verder is het natuurlijk een toneelstuk. Een uitstekend toneelstuk, maar toch.

Waar komt die jacht vandaan op 'hogere' zaken? Waarom krijg ik op verjaardagen soms te horen dat het niet goed is ons te beperken tot de wetenschap, tot het natuurlijke? Maar is er dan niet meer? Misschien heeft het te maken met ons beeld van wetenschappers: in films zijn ze of slecht of gek, soms beide.

In werkelijkheid zijn ze vooral saai. Tenminste, als je ze hoort praten. De meeste mensen zijn niet zo boeiend als ze over hun vak praten. Dat komt - en dit is een belangrijk punt - omdat ze niet kunnen presenteren, niet omdat hun vak niet boeiend is!

Wetenschap gaat voor een groot gedeelte over geïnspireerd worden door de natuur en dan proberen uit te vogelen hoe het in elkaar zit. Ik ben geen wetenschapper maar de verwondering en nieuwsgierigheid staat wel helemaal voor mij open. Voor iedereen. Om Pratchett te parafraseren: Doe je ogen open.. en doe ze dan nog een keer open.

Weten hoe iets werkt maar het alleen maar mooier. Ik neem even aan dat biologen ondertussen elke vezel van het lijfje van een vlinder kennen en begrijpen. Maakt dat vlinders minder mooi? Nou, die ene wel, die ligt uit elkaar op de werkbank. Nu we weten hoe een bijenkolonie werkt en samenwerkt, hoe bijen communiceren met elkaar en hoe ze voor hun jongen zorgen.. neemt de fascinatie toch alleen maar toe?

Het is helaas noodzakelijk om John Keats te citeren, die een vreselijk lang en eigenlijk vooral vreselijk gedicht schreef over de mirakels van de wereld die vernietigd werden door de toen piepjonge wetenschap. Edgar Allen Poe schreef een sonnet van ongeveer dezelfde strekking dat gelukkig een stuk korter is.

Uit Keats' ‘Lamia’, de regels 228b-235a:

[...] Do not all charms fly
At the mere touch of cold philosophy?
There was an awful rainbow once in heaven:
We know her woof, her texture; she is given
In the dull catalogue of common things.
Philosophy will clip an Angel’s wings,
Conquer all mysteries by rule and line,
Empty the haunted air, and gnomed mine -
Unweave a rainbow, [...]

We weten dat René Descartes, die 199 jaar voor Keats geboren werd, al begreep hoe regenbogen werken. (Zie Descartes' Meteoren.) Het is duidelijk dat Keats er twee eeuwen later niks van begreep. Let vooral op regel drie hier: 'a rainbow once in heaven'. Lijkt Keats hier te zeggen dat er vroeger regenbogen waren en dat die er nu niet meer zijn? Wat bedoelt Keats met 'unweave a rainbow'? Het bekende experiment met een prisma waardoor wit licht gesplitst wordt in verschillende kleuren veroorzaakt juist een extra regenboog. De wiskunde achter het ontstaan van (vooral dubbele) regenbogen is erg interessant. Als je de wiskunde niet blieft dan zijn de regenbogen zelf nog steeds prachtig te zien.

De regel over de engel kan ik begrijpen. Iemand die vroeger in engelen geloofde en nu, onder druk van nieuwe inzichten, niet meer gelooft die verliest werkelijk wat. Dat is echter niet de schuld van de wetenschap, nog van een rationele kijk op de natuur. Kun je een engel kortwieken als die helemaal niet bestaat? Alles wat waar is was dat toch al en enkel omdat we onderzoeken verandert de wereld niet radicaal.

'Rule and line...' Het waren wetenschappers die een mooie en elegante verklaring gaven voor de patronen in de zaden van de zonnebloem. Het was de natuurkunde die ons een verklaring van voor de bewegingen van de planeten en manen die schitterend was in z'n eenvoud. Natuurlijk zijn ze mooi om naar te kijken  maar wordt het niet alleen maar beter nu we weten hoe groot ze zijn, hoe ze eruit zien en hoe ze ontstaan zijn?

'The dull catalog of common things' is alleen maar saai als je hem saai vindt. Hier is een link naar een ontstellend mooie catalogus van allemaal hele gewone dingen. 

Wetenschap laat ons gedachten denken waar we eerder helemaal geen toegang toe zouden hebben gehad. Sociologie brengt ons nieuwe manieren om samen te leven op meer vredige en meer productieve manieren. Geneeskunde dwingt ons na te denken over de problemen die oud worden met zich meebrengt, vooral omdat we nu bijna allemaal ouder worden dan 35 en tijd hebben om na te denken. Hou in de gaten de filosofie feitelijk een luxe is die alleen is gegund aan mensen die leven boven het bestaansminium. Al die dingen zijn 'gewoon', bevinden zich in de natuurlijke wereld en hebben geen geesten of elfjes nodig.

In mijn boek 'De Ware Weg' omschrijf ik het zo. 

We stellen ons een weelderige tuin voor. Zoiets als Darwin’s ‘entangled bank’ uit de laatste passage in The Origin of Species: 
It is interesting to contemplate an entangled bank, clothed with many plants of many kinds, with birds singing on the bushes, with various insects flitting about, and with worms crawling through the damp earth, and to reflect that these elaborately constructed forms, so different from each other, and dependent on each other in so complex a manner, have all been produced by laws acting around us.”

Een tuin vol van een schitterende diversiteit aan planten, bomen, grassen, bloemen, alles door elkaar heen in één grote van leven en groei zinderende omgeving. We fantaseren er een stuk gras bij zodat we rustig kunnen zitten en om ons heen kunnen kijken. (Fantaseer er een kleed bij, zou ik zeggen.) Deze tuin staat model voor de Aarde en alles wat erbij hoort.

In de tuin leeft een verbijsterende hoeveelheid dieren. Ratten, slangen, allerlei soorten vogels, een kat of wat, misschien zelfs een vos, muizen, eekhoorns, salamanders, mieren en onder alles de nematode wormen met hun schier ontelbare miljoenen.

Onze tuin is redelijk compleet. We zouden nu nog verder kunnen gaan en onze tuin bevolken met elfjes, feeën, kabouters, gnomen en wat dies meer zij. Vraag: Zou u dat doen? Stel dat we konden kiezen, zouden we onze omgeving dan voorzien van een vertegenwoordiging van het schone volkje of zouden we het laten zitten?
Wie de hele beantwoording van deze vraag wil lezen kan dat in het boek zelf. Het hoofdstuk besluit met mijn antwoord op de vraag 'is er dan niet genoeg?
Als we niet op onderzoek uit waren gegaan, hoe onvergelijkelijk veel armer zouden we dan niet zijn? Er zou veel en veel minder zijn om ons over te verwonderen, ons in te verdiepen of gewoon van te genieten. Is muziek minder mooi geworden sinds we middels de Fourier-analyse precies weten hoe alle geluidsfrequenties samenwerken? Zelfs als het zeker zou zijn dat er in ons brein niets anders gebeurt dan neuronen die op elkaar vuren, zou liefde dan minder fijn voelen?

We hebben al meer dan genoeg.
Wij mensen zijn zo ontzagwekkend rijk aan avonturen, schoonheid en verwondering dat je hersens breken over of er nog meer is een verspilling is van tijd en moeite. De schoonheid van het heden en het hier is enorm net als de uitdagingen waar we voor staan.

Tegenwoordigheid van geest, mildheid en volwassen rede helpen ons te genieten van de schoonheid en te werken aan de uitdagingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten